De meerderheid van Zwevegem legde aan de gemeenteraad van 27 november voor de zoveelste keer een ‘verkoopdossier’ van gemeentegrond voor. Groen Zwevegem stelde zich ook reeds vragen bij bepaalde voorgaande verkoopdossiers omdat er eigenlijk een systematische uitverkoop van gemeentelijk patrimonium aan spotprijzen werd georganiseerd.
Ondanks deze bemerkingen gaat de uitverkoop gewoon verder.
In tijden van ontharding, aandacht voor klimaat, noodzaak tot uitbreiden van beleefbaar openbaar groen wenste de meerderheid nu de verkoop van een openbare groenzone/groenbuffer in de Nijverheidslaan/Spinnerijstraat in Moen te realiseren. Het was de bedoeling dat de groenzone zou worden aangekocht door aanpalende ambachtelijke bedrijven die daar dan – eerder beperkt – hun bedrijf zouden kunnen op uitbreiden.
Groen Zwevegem raadslid Yves De Bosscher: “Ik stel vast dat het dossier bij aanvang begin 2020 werd op gang getrokken door een schepen van het college van burgemeester en schepenen van Zwevegem. Zijn bedrijf paalt aan de groenzone. Hij ondertekende eigenhandig een ‘akkoordverklaring’ om de grond te verwerven en overhandigde die persoonlijk voor ondertekening aan de andere aanpalende eigenaars”.
Yves De Bosscher volgde in het voorbije jaar het dossier van heel nabij op en stelde er verschillende vragen over aan het gemeentebestuur. Een gemeenteraadslid beschikt namelijk over inzagerecht in alle beslissingen van de gemeente. Ondanks zijn duidelijke vragen werd hem een cruciaal document uit het dossier, een eerder schattingsverslag, niet over gemaakt.
In het dossier dat nu aan de gemeenteraad werd voorgelegd werd door de meerderheid een schattingsverslag van november 2022 gevoegd van een beëdigde schatter. De grond zou volgens deze schatter in feite technisch onbebouwbaar zijn en een waarde hebben van 48,66 EUR/m².
Raadslid De Bosscher kon uiteindelijk toch de hand leggen op een eerder schattingsverslag dat 3 jaar geleden werd opgemaakt op vraag van het lokaal bestuur.
Yves De Bosscher: “Een andere beëdigde schatter stelde toen vast dat de grond 90 EUR/m² waard was. Of m.a.w.: de grond, waar volgens een (niet eens door een auteur ondertekend) document van de intercommunale Leiedal wél zou kunnen op worden gebouwd, verminderde in 3 jaar tijd bijna met de helft in waarde”.
Groen stelde nog andere vreemde wendingen in het dossier in vraag. De wetgeving voorziet dat bij een verkoop van openbaar domein een schattingsverslag niet ouder mag zijn dan 2 jaar, en van uit dat opzicht lijkt het logisch dat men een nieuwe schatting had gevraagd. Maar het is toch opmerkelijk dat er geen ‘actualisatie’ aan de eerste schatter werd gevraagd, en dat een nieuwe schatter - pas 10 dagen nadat het oude was verlopen, alsof iemand de vervaltijd goed had bijgehouden – reeds ter plaatse was en de grond met de helft in prijs devalueerde.
De schatter nu stelde – in tegenstelling tot wat intercommunale Leiedal adviseerde – vast dat de grond technisch zeer moeilijk bebouwbaar zou zijn. In de feiten is de grond quasi alleen op een redelijke manier te ontsluiten voor de eigenaar van het eerste pand op de hoek Spinnerijstraat/Nijverheidslaan. Toevallig het bedrijf van een schepen van het college van burgemeester en schepenen van Zwevegem. Toch werd aan de gemeenteraad maandagavond een principiële beslissing voor bouwrijp te maken grond aan 48,66 EUR voorgelegd.
De betrokken schepen, aanpalend eigenaar van de zone, gaf zowel in 2020 als in 2023 tot twee keer toe schriftelijk aan het gemeentebestuur te kennen dat hij kandidaat-koper was om op de grond zijn bedrijf uit te breiden. Er zijn verschillende wettelijke bepalingen die dergelijke belangenvermenging verbieden, maar niemand zag daar graten in.
Daarnaast stelde Groen ook vast dat er tot op heden geen enkel spoor was van enige officiële beslissing over dit dossier in de notulen van het schepencollege. Alhoewel het Agentschap Binnenlands Bestuur aan raadslid De Bosscher bevestigde dat voor het aanstellen van een schatter een formele beslissing van het college van burgemeester en schepenen nodig is bleek ook het aanstellen van de beide schatters niet op het college van burgemeester en schepenen te zijn goedgekeurd. Ook van het opstarten van het dossier, van de adviesvraag en het advies van de intercommunale Leiedal, van de beslissing om de aanpalende eigenaars aan te schrijven, van het resultaat van de bevraging, van de vaststelling van de prijs, … - allemaal acties die reeds vooraf zijn gegaan aan het ‘principiële dossier’ - is geen enkel spoor te vinden in de beslissingen in het notulenboek van de gemeente Zwevegem.
Groen Zwevegem stelde vast dit in geen enkel document, noch in het trouwens door niemand ondertekende advies van de intercommunale Leiedal, noch in beide schattingsverslagen, een referentie van een officiële vraag door de gemeente was vermeld. Er was ook geen advies van de eigen stedenbouwkundige dienst van de gemeente.
Ten slotte sluit het decreet Lokaal Bestuur bovendien uit dat een gemeentebestuur rechtstreeks of onrechtstreeks een (verkoop)overeenkomst kan sluiten met een raadslid, laat staan een schepen. Blijkbaar vond ook niemand het nodig om de schepen daar op te wijzen.
Voor Groen Zwevegem waren er in dit dossier te veel onregelmatigheden en dit werd dan ook uitgebreid aan de raad toegelicht.
Burgemeester Doutreluingne reageerde zoals verwacht furieus en op de man, maar kon geen enkel van de aangebrachte argumenten ontkrachten. Hij wou het dossier toch doorduwen, maar coalitiepartner CD&V verzocht om de zitting te schorsen. Na een lange schorsing stemde de meerderheid om het dossier van de dagorde te halen. Merkwaardig genoeg niet omwille van één van de vele door Groen gemelde tekortkomingen, maar eerder omwille van een ‘zogenaamde mogelijke tekortkoming in het verslag van de tweede schatter’ (die dan toch ook zijn werk niet goed zou hebben gedaan dus …). Wat door de voltallige oppositie op gelach werd onthaald. De burgemeester hield voet bij stuk dat er deontologisch geen enkele fout was gemaakt maar ook in zijn tweede repliek kon geen van de bedenkingen van onze fractie ten gronde worden weerlegd.
Het dossier werd dus van de dagorde gehaald. Op die manier werd voorkomen dat de beslissing voor toezicht aan het Agentschap Binnenlands Bestuur zou worden voorgelegd.