De afgelopen tijd is er in de schoot van de Conferentie van Burgemeesters van Zuid-West-Vlaanderen, het Provinciebestuur en de Stuurgroep Complex Project Kanaal Bossuit-Kortrijk intens overleg gepleegd op regionaal niveau. Ook de lokale besturen zijn hierbij betrokken. Dit heeft geleid tot een gemeenschappelijk gedragen regiostandpunt dat gisteren goedgekeurd werd door de Deputatie en vandaag door de Conferentie van Burgemeesters. Dit zal worden overgemaakt aan de Vlaamse Overheid naar aanleiding van het te nemen voorkeursbesluit voor het Kanaal Bossuit-Kortrijk:
1. De regio ZWVL beklemtoont het belang van duurzaam transport en in het bijzonder van een goed uitgeruste waterweg. Voorafgaandelijk aan de realisatie van het KBK-project, dient in de regio Kortrijk evenwel de acute mobiliteitsproblematiek van de R8 prioritair aangepakt te worden, via concrete investeringen in de optimalisering van deze weginfrastructuur. Beide infrastructuren zijn dus belangrijk, maar kennen een prioriteit in uitvoering.
2. Teneinde de rechtszekerheid voor de lokale besturen, bewoners en bedrijven te herstellen, dringt de regio aan op een hoogdringende beslissing.
3. De regio vraagt tevens met aandrang aan de Vlaamse regering, ongeacht haar beslissing hetzij voor het ‘ringtracé’, hetzij voor het ‘nultracé’, om intensief overleg te blijven voeren met de regio, met de rechtstreeks betrokken steden en gemeenten langsheen het kanaal en de betrokken actoren uit het middenveld via de klankbordgroepen. Zowel met betrekking tot de gebeurlijke uitvoering van de werken als met betrekking tot flankerende maatregelen die de leefbaarheid en economische ontwikkeling van het gebied kunnen versterken.
4. Indien de Vlaamse regering beslist, na zorgvuldige afweging van de maatschappelijke, financiële, ecologische en economische gevolgen, om het kanaal te herwaarderen, dan kiest de regio ondubbelzinnig voor de verdere uitwerking van het zogenaamde ‘ringtracé met tunnel variant’.
De regio vraagt bovendien dat Vlaanderen de pre-adviezen van de rechtstreeks betrokken besturen in rekening brengt.
De regio verwijst in dit verband expliciet naar de duidelijke positionering tussen de projecten R8 en het Kanaal, zoals beschreven op p. 79 van de synthese van de alternatievenonderzoeksnota nl: “een fasering waarbij in eerste fase de nieuwe R8 wordt aangelegd, vervolgens de nieuwe R8 in gebruik wordt genomen en tenslotte de aanleg van het kanaal start“.
5. De regio stelt vast dat de uitvoering van deze werken een zeer grote impact zullen hebben op de ruimtelijke structuren, de mobiliteit, de ecologie en de leefkwaliteit in het gebied. In deze zin stelt de regio dat een beslissing tot verdere realisatie van dit project geanticipeerd dient te worden door, in overleg met de regio en de betrokken gemeenten, onverwijld over te gaan tot de uitvoering van mitigerende en compenserende maatregelen zoals vrijwillige verwervingen, een natuur- en groenfonds, een intergemeentelijke groenstructuur, begeleiding van de betrokken bedrijven naar watergebonden bedrijvigheid, fietsverbindingen, de green-blue mile.
De regio concludeert:
1. De regio vraagt de Vlaamse regering om onverkort een beslissing te nemen in het dossier KBK en zodoende de rechtszekerheid voor besturen, burgers en ondernemingen in het betrokken gebied te herstellen;
2. Indien de Vlaamse regering tot herwaardering van het KBK wil overgaan, steunt de regio ondubbelzinnig het zogenaamde ‘ringtracé‘ als enigste haalbare en aanvaardbare optie nadat de problematiek van de R8 is opgelost;
3. Voor de regio dient een beslissing tot herwaardering KBK gepaard te gaan met het vrijmaken van budgetten die toelaten om nu reeds te anticiperen op deze grootschalige werken, door middel van performante mitigerende en compenserende maatregelen;
4. De regio dringt er tenslotte op aan, dat de Vlaamse regering naar aanleiding van haar beslissing terzake, het overleg met de regio zou intensifiëren en meer bepaald concrete afspraken zou maken met de rechtstreeks betrokken steden en gemeenten teneinde op korte termijn tegemoet te komen aan hun legitieme vragen in dit dossier.
Namens de Conferentie van Burgemeesters van Zuid-West-Vlaanderen: Jan Seynhaeve
Namens het Provinciebestuur: Jean de Bethune
Namens de Stuurgroep Complex Project Kanaal Bossuit-Kortrijk: Wout Maddens